PlayRight heeft kennisgenomen van de uitspraak van het Grondwettelijk Hof van 26 september 2024 dat prejudiciële vragen moeten worden gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie om te bepalen of de nieuwe wet op het auteursrecht en de naburige rechten in overeenstemming is met het Europees recht. Je collectieve beheersvennootschap voor naburige rechten van uitvoerende kunstenaars zal deze procedure op de voet volgen en stelt dat de Belgische wet in overeenstemming is met de Europese richtlijn door het verzekeren van een passende en proportionele vergoeding voor iedereen en een eerlijkere verdeling van de inkomsten uit online exploitatie.

Ter herinnering: op 19 juni 2022 heeft België een wet aangenomen tot omzetting van de Europese Richtlijn 2019/790 (bekend als de “DSM”-richtlijn), die eindelijk het niet-overdraagbaar recht op een billijke vergoeding dat onderworpen is aan verplicht collectief beheer erkende voor het gebruik van de inhoud van auteurs en van uitvoerende kunstenaars op streaming- en online content-sharingplatforms.

Begin maart 2023 werd deze essentiële stap voorwaarts voor uitvoerende kunstenaars aangevochten voor het Grondwettelijk Hof door verschillende tegenstanders. Vier beroepen werden ingediend door Google (YouTube), Spotify, Streamz en de grote Belgische labels (Sony Music, Universal Belgium, Warner Music, PIAS, N.E.W.S, CNR met BRMA (Belgian Recorded Music Association)), daarna gevolgd door Deezer en de gamingindustrie, tegen bepaalde elementen van de nieuwe wet, in het bijzonder het niet-overdraagbare recht op vergoeding op online streaming- en content-sharingplatformen.

Op donderdag 26 september besloot het Grondwettelijk Hof daarom zijn beslissing uit te stellen tot een latere datum en prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, met name om na te gaan of dit niet-overdraagbare recht op vergoeding in overeenstemming is met het Europese recht.

Als collectieve beheersvennootschap zal PlayRight in de komende dagen de beslissing van het Grondwettelijk Hof in zijn geheel analyseren, evenals de prejudiciële vragen die worden gesteld, en zal ter beschikking staan van het Europees Hof om de conformiteit van de Belgische wet van 19 juni 2022 met de DSM-richtlijn, en de rechtvaardige bescherming van uitvoerende kunstenaars die ze biedt met het oog op de onderhandeling en het beheer van hun vergoedingsrechten en de eerlijke en transparante verdeling ervan, te verdedigen. 

 De volledige tekst van het arrest kan hier worden geraadpleegd.