Vijf jaar later… laat de DSM-richtlijn van de Europese Unie Belgische en Europese uitvoerders in de steek

4 juli 2024

Een onlangs gepubliceerd rapport over de impact van de DSM-richtlijn op EU-artiesten en -muzikanten, gebaseerd op een enquête waar 9.542 artiesten uit België en 18 andere EU-landen aan deelnamen, toont aan dat de DSM-richtlijn van 2019 verre van een succes is. Uitgevoerd door PlayRight, AEPO-ARTIS, en in samenwerking met IAO, is dit de grootste EU-brede enquête ooit uitgevoerd over kwesties met betrekking tot uitvoerende kunstenaars in de muziekindustrie. Hieruit blijkt dat slechts 7,41% van de Belgische artiesten tevreden is met hun vergoeding voor streaming.


In juni 2019 nam de EU de Copyright in the Digital Single Market Directive (“DSM-richtlijn”) aan. In hoofdstuk 3 van deze richtlijn wordt de zwakke positie van muzikanten erkend en worden de EU-landen verplicht om een wetgeving in te voeren die ervoor zorgt dat alle artiesten een eerlijke vergoeding ontvangen. Die wetgeving moet artiesten met name effectieve rechten garanderen: een passende en evenredige vergoeding, transparante informatie over alle exploitatie van hun opnamen, het recht om in bepaalde situaties een aanvullende, passende en eerlijke vergoeding te eisen en rechten te verhalen op platenmaatschappijen, en het recht om alternatieve geschillenbeslechting aan te vragen. 

Vooruitlopend op het feit dat de DSM-richtlijn deze maand vijf jaar oud wordt, hebben PlayRight, AEPO-ARTIS en hun leden in het eerste kwartaal van 2024 in samenwerking met IAO (de International Artists Organisation) een enquête gehouden om na te gaan welk effect de DSM-richtlijn heeft gehad op muzikanten. 

De bevindingen van dit onderzoek worden geanalyseerd door Daniel Johansson (Inland Norway University of Applied Sciences), onafhankelijk onderzoeker in de muziekbusiness, in zijn rapport “Streams & Dreams Part 2 – The Impact of the DSM Directive on EU Artists and Musicians“. Hij concludeert: 

“Deze studie heeft voornamelijk aangetoond dat, hoewel de artikelen 18-22 zijn ontworpen en geïmplementeerd in de nationale wetgeving om de positie van artiesten en muzikanten op de markt te versterken, er nog steeds hiaten zijn in de effectiviteit van de wetgeving. Dit verslag suggereert dan ook dat de EU, de lidstaten en de muziekindustrie aanvullende maatregelen moeten nemen. Het is te hopen dat de gepresenteerde gegevens als katalysator zullen dienen voor de ontwikkeling en uitvoering van dergelijke aanvullende maatregelen.” 

De belangrijkste bevindingen in de EU zijn onder andere: 

  • Slechts 5,1% van de ondertekende artiesten vindt de inkomsten uit streaming bevredigend, met grote verschillen tussen de lidstaten. 
  • Met betrekking tot transparantie ontving ongeveer 77% van de ondertekenaars in de EU niet de gedetailleerde informatie waar ze wettelijk recht op hadden. 
  • Slechts 35 van de 4.215 ondertekende artiesten slaagden erin hun contractvoorwaarden aan te passen en een extra vergoeding te ontvangen. 
  • Slechts 5,9% van de EU-artiesten probeerde hun rechten te laten gelden en 69,4% van hen slaagde daar niet in
  • Er werd nauwelijks gebruik gemaakt van de mogelijkheid van alternatieve geschillenbeslechting (bedoeld om kostbare rechtszaken te vermijden en vijandigheid tussen de partijen in het geschil te minimaliseren) en wanneer dit wel gebeurde, vond een meerderheid van de artiesten (60%) het niet nuttig.

Met betrekking tot sessiemuzikanten, die geen vergoeding krijgen voor streaming, stelde de auteur: 

“Aangezien sessiemuzikanten geen recht op vergoeding voor streaming hebben, is het noodzakelijk om op EU-niveau aanbevelingen te doen over de vraag of de lidstaten een dergelijk vergoedingsrecht moeten invoeren.” 

Bij het invullen van de enquête kozen 1.228 artiesten ervoor om commentaar te geven op hun carrière en de muziekindustrie in het algemeen. Uit een sentimentanalyse bleek dat slechts 21 reacties als positief konden worden beschouwd. Onder de ingezonden opmerkingen: 

“Ik ben een persoon die in mijn carrière 50 grote hits zong voor 20 miljoen mensen… en ik krijg een vergoeding waar ik niet eens een hond mee kan voeden, grappig toch?” 

“Ik heb geen cent ontvangen voor de opname die al weken goed verkocht… Ik ben blut dus ik kan me geen advocaat veroorloven…” 

Ik vind dat wij als sessiemuzikanten betaald moeten worden voor het streamen op Spotify.” 

Een artiest vroeg: “Wanneer worden de rechten van uitvoerende kunstenaars van kracht voor streaming?” 

Alleen de regeringen van de 27 EU-lidstaten kunnen die vraag beantwoorden. Het is hun verantwoordelijkheid om een wetgeving in te voeren die de DSM-richtlijn effectief maakt en dit verslag laat er geen twijfel over bestaan dat ze daar tot nu toe niet in zijn geslaagd. 

Voorzitter van PlayRight Christian Martin

“Dit is precies wat de vorige federale regering van plan was te doen door de doeltreffendheid van artikel 18 van de DSM-richtlijn in België veilig te stellen voor het momenteel niet of slecht vergoede gebruik van uitvoeringen van artiesten op commerciële streamingplatforms (zoals Netflix, Spotify en Disney+) en content-sharingplatforms (zoals TikTok, YouTube en Instagram) via nieuwe niet-overdraagbare vergoedingsrechten die onderworpen zijn aan verplicht collectief beheer 

We betreuren de huidige vertraging die wordt veroorzaakt door een coalitie van muziekproducenten en onlineplatforms die deze langverwachte en broodnodige wettelijke vergoedingsrechten betwisten voor het Grondwettelijk Hof. Dit vergoedingsmodel heeft zijn sporen verdiend op het vlak van doeltreffendheid en rechtszekerheid in België en in het buitenland voor andere exploitatievormen, zoals de doorgifterechten via de kabel, de privékopie en de billijke vergoeding voor openbare uitvoeringen en uitzendingen, en zelfs voor online exploitatie in andere EU-lidstaten zoals Spanje of Italië. 

De meest recente onderzoeksresultaten onderstrepen dat de nieuwe contractuele bepalingen van de DSM-richtlijn in theorie gunstig zijn, maar voor kunstenaars wishful thinking blijven als ze niet worden geactiveerd via concrete mechanismen, zoals wettelijke vergoedingsrechten. Het is voor ons de enige haalbare oplossing, vooral omdat verplicht collectief beheer, dat onderworpen is aan strenge (wettelijke) controle door de autoriteiten, de enige manier is voor alle artiesten (waarvan de meesten zeer weinig tot geen onderhandelingsmacht hebben) om het noodzakelijke gelijke speelveld te garanderen voor het onderhandelen over tarieven met gebruikers, inclusief online platforms, maar ook om volledige transparantie te garanderen, de kosten voor alle partijen te beperken en een eerlijke verdeling mogelijk te maken. 

We dringen er bij de komende federale regering op aan om het goede werk voort te zetten en het succesvolle model van wettelijke vergoedingsrechten uit te breiden om de handhaving van artikel 18 van de DSM-richtlijn te garanderen voor andere vormen van exploitatie die momenteel niet vergoed worden, zoals het gebruik van voorstellingen van kunstenaars door AI-technologieën, en een billijke vergoeding voor de openbare uitvoeringen van audiovisuele voorstellingen van acteurs en dansers.”

sluiten

Inloggen Lid worden