De naburige rechten

Kort en eenvoudig uitgelegd: het naburig recht ontstaat wanneer een artiest (muzikant, acteur, danser, variété- of circusartiest) meewerkt aan de uitvoering van een werk. Wanneer de opname van die uitvoering verspreid, uitgezonden of gekopieerd wordt, heeft die artiest recht op een vergoeding. Het naburige recht van de artiest ontstaat dus op het moment van de uitvoering.

Om te bepalen of je prestatie wordt beschouwd als een artistieke prestatie van een uitvoerende kunstenaar (en dus naburige rechten kan opleveren), geeft de wet een aantal criteria mee. Er moet sprake zijn van een werk dat vatbaar is voor auteursrechtelijke bescherming en wordt uitgevoerd door:

  • te zingen
  • te declameren
  • op te zeggen
  • op te voeren
  • voor te dragen
  • te dansen of
  • te spelen.

Op welke manier je het ook uitvoert, je prestatie wordt dan beschouwd als een artistieke prestatie.

Niet alle artistieke prestaties vallen hieronder.

  • Zo vallen de prestaties van een beeldhouwer hier niet onder, ook al zijn ze ontegensprekelijk artistiek – dit omdat ze niet gelinkt zijn aan de uitvoering van het werk, maar aan de creatie ervan.
  • Ook de prestaties van een artistieke producer of een studio-engineer vallen er niet onder: ze zijn gelinkt aan de opname van de uitvoering maar maken geen deel uit van de uitvoering zelf.
  • Net zoals de prestaties van aanvullende kunstenaars (cameralui, figuranten, etc…). Ook die vallen niet onder het wettelijke begrip “prestatie van een uitvoerende kunstenaar”.
  • Sportprestaties en informatieve prestaties zoals die van presentatoren en nieuwslezers worden evenmin door de naburige rechten beschermd.
sluiten

Inloggen Lid worden